Jonge hooiwagens zien er al direct als hooiwagens uit, na 7 vervellingen zijn ze volwassen. Het zijn roofdieren die voornamelijk 's nachts actief zijn. Overdag vind je ze in rusthouding op bomen, muren of op de grond.
Hun menu bestaat uit regenwormen, slakken, spinnen, insectenlarven, andere hooiwagens etcetera. Hooiwagens bouwen geen web, ze zitten stil en wachten tot er iets lekkers voorbij komt. Met hun poten vangen ze de prooi en ze beginnen meteen met eten, ook als de prooi nog leeft, want gifklieren om de prooi te doden hebben ze niet.
Hooiwagens hebben een gedeeld kopborststuk en achterlijf, dit in tegenstelling tot spinnen, die daar een flinke insnoering hebben.
In Nederland komen 30 soorten hooiwagens voor.
sorteren![]() |
soort L | soort NL | foto |
![]() |
Dicranopalpus ramosus | strekpoot | ![]() |
Opilio canestrinii | rode hooiwagen | ![]() | |
Phalangium opilio | gewone hooiwagen | ![]() | |
Rilaena triangularis | voorjaarshooiwagen | ![]() | |
Sprinkhanen en krekels zijn vooral bekend om het geluid dat ze maken. Krekels en sabelsprinkhanen wrijven met hun voorvleugels over elkaar, tandjes op de ene vleugel raspen over een verdikte ader op de andere vleugel.Veldsprinkhanen wrijven met een rij tandjes op de achterdij over een verdikte ader op de voorvleugel.
Kortsprieten eten allemaal plantaardig materiaal. Krekels leven van bladafval en dode insecten. Sabelsprinkhanen eten zowel plantaardig als dierlijk materiaal.
De krekels en sprinkhanen worden onderverdeeld in langsprieten en kortsprieten. Veldsprinkhanen en doornsprinkhanen vormen de kortsprieten.
sorteren![]() |
soort L | soort NL | foto |
![]() |
Chorthippus biguttulus | ratelaar | ![]() |
Chorthippus mollis | snortikker | ![]() | |
Chorthippus parallelus | krasser | ![]() | |
Omocestus viridulus | wekkertje | ![]() | |
sorteren![]() |
soort L | soort NL | foto |
![]() |
Tetrix subulata | zeggedoorntje | ![]() |
Tetrix undulata | gewoon doorntje | ![]() | |
sorteren![]() |
soort L | soort NL | foto |
![]() |
Meconema thalassinum | boomsprinkhaan | ![]() |
Tettigonia viridissima | grote groene sabelsprinkhaan | ![]() | |
De kameelhalsvliegen zitten meestal op bladeren of boomschors, ze vliegen niet veel. Met behulp van de lange en beweeglijke hals wordt de prooi, bladluizen, spinnetjes en andere kleine insecten, gevangen. In Nederland komen 5 soorten voor.
De Panorpa communis (schorpioenvlieg) hoort tot de orde Mecoptera. De soort leeft van aas.
Het mannetje maakt een balletje van voedsel en biedt dit aan een vrouwtje aan. Terwijl zij eet heeft hij tijd om te paren.
Na de paring vliegt het mannetje weer weg en neemt wat over is van het balletje voedsel ook mee op weg naar het volgende vrouwtje!
De gevlekte mierenleeuw (Euroleon nostras) hoort tot de netvleugeligen.
De volwassen dieren leven maar een dag of tien.
De larve leeft 2 jaar in een zelf gegraven vangtrechter in het zand. Kleine dieren zoals mieren die zich in de buurt van de trechter wagen worden door de larve met zand bekogeld en glijden daardoor in de trechter, waar de mierenleeuw ze opeet.
Een algemene soort op zandgronden.