Voor het vangen van vliegende insecten is een net handig. Je kunt dit zelf maken door een goedkoop badmintonracket van zijn snaren te ontdoen en er een net van vitragestof in te naaien. Zorg ervoor dat het net zo'n 75 cm lang is.
Als je een insect vangt in het net, dan moet je het net meteen draaien zodat je vangst niet meer weg kan vliegen.
Een vliegend insect dat op de grond zit kun je verschalken door er een plasic zakje overheen te laten vallen en het daarna meteen met zak en al op te pakken.
Zie je wat moois en heb je niets bij je dan kun je gewoon je handen gebruiken.
Wil je langdurig op dezelfde plaats kleine vliegende insecten vangen dan is daarvoor een vangtent of malaiseval nodig.
Op de foto's staat een val waarvan het gaasdeel is gekocht bij Vermandel, terwijl constructie met de stokken en de vangpotten eigen fabrikaat zijn.
De vangpot is gemaakt van een witte afvoerbuis voor wastafels en voorraadpotjes van Curver.
De insecten komen uiteindelijk in de onderste pot terecht; daarin gaan ze dood door de damp van nagellakremover. De remover zit in een filmdoosje met gaatjes in de deksel.
De val moet zo worden opgesteld, dat de vangpot naar de zon gericht staat. De insecten - die tegen het gaas aanvliegen - kruipen omhoog en naar het licht en belanden zo in de vangpot. Je vangt het meeste door de val loodrecht op een lijn in het landschap (haag, bosrand) te plaatsen.